Succesvolle geweldloosheid in de 21ste eeuw

en
es
nl

By Javier Gárate

“Succesvolle geweldloosheid in de 21ste eeuw”, een eigentijdse titel na wat we in 2011 in de wereld zagen gebeuren. Javier Gárate van het netwerk War Resisters' International [1] belicht geweldloosheid vanuit verschillende invalshoeken en vanuit zijn eigen ervaringen.

Geweldloosheid volgens het WRI
Het WRI beschrijft haar interpretatie van geweldloosheid als volgt:
Waar voor sommigen geweldloosheid een manier van leven is; is het voor het WRI een actievorm die het leven versterkt, de stem verheft tegen onderdrukking, en de waarde van elk persoon erkent.

Geweldloosheid kan actief verzet (inclusief burgerlijke ongehoorzaamheid) combineren met dialoog; het kan non-coöperatie –het onttrekken van steun aan een systeem van onderdrukking– combineren met constructief werk om alternatieven te bouwen.

Geweldloosheid tracht soms verzoening met zich mee te brengen bij conflictsituaties; door het versterken van het sociaal weefsel, kracht te geven aan diegenen aan de rand van de maatschappij, en mensen van verschillende zijden te betrekken in het zoeken naar een oplossing.

De geschiedenis van de mensheid zit vol van episodes van geweldloos verzet. Sinds de jaren '70 is er ook een vakgebied binnen de sociale wetenschap die poogt te verklaren waar deze volkse kracht vandaan komt: de “geweldloze actie studies”.

Vaak wordt geweldloosheid in twee hoofdbenaderingen verdeeld: principiële geweldloosheid en praktische geweldloosheid.

Gene Sharp en pragmatische geweldloosheid
WRI raadslid en onderzoeker van geweldloosheid Stellan Vinthagen stelt: “Gene Sharp's klassiek boek The Politics of Nonviolent Action, dat uitkwam in 1973, veranderde de 'geweldloze actie studies”. Het boek veroorzaakte een golf van onderzoeken en bracht een studieveld in kinderschoenen, geïnspireerd door het werk van Gandhi, naar het niveau van een degelijke politieke wetenschap. Vandaag ligt Sharp's klemtoon op effectieve politieke strategie (de praktische of technische invalshoek); hét paradigma van Westerse geweldloosheid. Sharp nam vele van Gandhi's ideeën over uit de Power of consent[2]. In Sharp's boek Gandhi als Politiek Strateeg, verwijst hij verschillende malen naar Ghandi’s standpunt over het gedrag van de praktische politieker dat niet te onderscheiden valt van zij die geloven in universele morele principes. Sharp verdedigt geen principieel pragmatisme, maar behoudt een pragmatische invalshoek die niet geïnteresseerd is in de eenheid tussen ethiek en techniek.

Vandaag is deze invalshoek (praktische geweldloosheid) de dominante wetenschappelijke invalshoek op geweldloosheid in de Westerse wereld. Sommige onderzoekers zijn zelfs op de proppen gekomen met een reeks stappen en voorwaarden die, als deze gevolgd zorden, min of meer succes zouden garanderen in geweldloos verzet. Eén van de belangrijkste pleitbezorgers hiervan is Peter Ackerman (zelf een student van Sharp). Hij is het oprichtend lid is van het Internationaal Centrum voor Geweldloos Conflict (ICNC), een VS-gebaseerde organisatie toegewijd aan de promotie van geweldloze methodes van verzet. In de ideeën van Ackerman is bijna alles herleid tot strategie en planning, waarin Eenheid, Planning en Geweldloze discipline, de drie belangrijkste componenten voor een succesvol geweldloos verzet zijn. Het lijkt net een schaakspel waarbij je op voorhand kan uitmaken wie er wint.

Vandaag de dag proberen onderzoekers hoofdzakelijk te beargumenteren dat geweldloosheid effectiever is dan geweld. Voor het WRI is effectiviteit belangrijk, maar niet alles: met effectief of succesvol bedoelt men meestal het doeltreffend verdrijven van een onderdrukkend regime. Stephan en Antonia Chenoweth bestudeerden in hun boek Waarom Burgerlijk Verzet Werkt: De Strategie van Geweldloos Conflict-dat dit jaar verscheen- meer dan 100 opstanden van de laatste eeuw. Ze kwamen tot de statistische vaststelling dat campagnes van geweldloos verzet meer dan dubbel zo effectief waren als hun gewelddadige tegenhangers in het behalen van hun vooropgestelde doelstellingen. Opnieuw: dit is heel hard gefocust op het doel van regimeverandering, het maakt geen onderscheid naar wat er uit dit “succes” voortkomt, en wat de principes en sociale ideeën van zulke bewegingen zijn.

Vele van bovengenoemde onderzoekers vallen terug op het voorbeeld van de Otpor beweging. Deze Servische jeugdbeweging gebruikte Sharp's model en slaagde erin Milosevic omver te werpen. Ze waren zeer pragmatisch in hun aanpak van geweldloosheid, en terzelfdertijd zeer effectief. Vandaag de dag leren ze anderen via een geweldloze trainingsorganisatie CANVAS deze succesvolle 'revolutie' aan. Zowel CANVAS' als Peter Ackerman's aanpak focussen op de noodzaak tot planning en discipline om effectief te zijn. Javier Gárate geeft aan: “Ik ben voorstander van plannen; maar hoe meer je plant, hoe meer dingen anders lopen. Dus je zou hiervoor ruimte moeten laten en zelfs spontaneïteit aanmoedigen. Deze aanpak laat, naast het omverwerpen van een onderdrukkend regime en het aanmoedigen van democratie, tevens weinig ruimte voor geweldloze waarden - de soort maatschappij die we willen opbouwen. Maar wat bedoelen we met democratie? Hoe gaan we om met structureel geweld en een onderdrukkend systeem dat zich over de hele wereld manifesteert?”

Principes en pragmatisme
Op een manier bouwt het WRI volgens Gárate bruggen tussen twee werelden: tussen diepgewortelde principes enerzijds en eerder pragmatisch keuzes in hun dagelijkse werking anderzijds. In het WRI Handboek voor Geweldloze Campagnes vind je bijvoorbeeld theorie en tips over wat je kan helpen in je campagne, alsook een aantal specifieke studies van niet zo typische historische voorbeelden. Deze hebben tot doel inspiratie te geven en ideeën aan te bieden van wat andere mensen gedaan hebben, maar zijn op geen enkele manier een recept voor wat je zou moeten doen. In een redelijk aantal voorbeelden heeft de WRI een belangrijke rol gespeeld. Andere zijn eerder historisch, waaronder het stuk over de Sebastian Acevedo-beweging in Chili dat geweldloze vormen van verzet gebruikte tegen de onderdrukking van het Pinochet-regime.

Eén van de studies in het handboek is de Bomspotting-campagne: een campagne die gebruik maakt van geweldloze directe actie tegen militaire interventies. De Bomspotting-campagne is een Belgische campagne van Vredesactie tegen kernwapens. Via geweldloze directe actie werd de aanwezigheid van kernwapens in het land ontmaskerd en aangeklaagd. Hierbij betreden 'bomspotters' een militaire basis waar de kernbommen in België worden opgeslaan. Doorheen de jaren heeft de campagne haar focus verlegd naar de NAVO. Onder haar vlag worden tegenwoordig de meeste Westerse militaire interventies georganiseerd. Dit gaf ook de gelegenheid om verbanden te leggen met groepen uit andere Europese landen om gemeenschappelijk actie te voeren. Dit is hoe het Europese Antimilitaristisch Netwerk tot stand kwam, die werkt onder de slogan “War Starts Here!” en aantoont hoe oorlogen ver weg eigenlijk veel dichterbij beginnen dan je denkt.

In India, waar een sterke geweldloze traditie heerst, organiseerde het WRI in 2010 een internationale conferentie over geweldloos verzet en mondiaal militarisme.
Bekend schrijfster en activiste Arundhati Roy opende de conferentie. Als reactie op een Maoïstische opstand door voornamelijk adivasis (inheemse volkeren) in Chattisgar, pleitte ze voor een Biodiversiteit van verzet. Volgens Arundhati Roy werken geweldloze tactieken niet wanneer je net als deze mensen in de jungle leeft; je hebt voor een geweldloze strijd een publiek nodig en hier is geen publiek. Ze kunnen niets boycotten omdat ze niets kopen, ze kunnen niet vasten omdat ze niet bestaan. Dus wat te doen in dit soort situaties? Ze begrijpt hun keuze om de wapens op te nemen, maar ze weet ook dat dit in andere contexten zinloos is en daarom verdedigt ze een biodiversiteit van verzet.

Narayan Desai, de zoon van de persoonlijke secretaris van Gandhi – Mahadev Desai – antwoordde op Arundhati door te verwijzen naar het belang van onze principes; geweldloosheid is in de eerste plaats een persoonlijke transformatie; van onze ziel en het soort maatschappij die we willen construeren en dit moet in de eerste plaats gebaseerd zijn op liefde. Een idee dat concreter werd voor Gárate tijdens een volgend verblijf in India bij sterke vertegenwoordigers van de Gandhische beweging van Gujarat: hij leerde van hun manieren van organiseren, wat voor een groot deel inhield dat verzet en dagelijks leven hand in hand moeten gaan. Hoe je eigen leven moet weerspiegeld worden in je verzet en omgekeerd.

De Arabische lente
De Arabische wereld is gevuld met ervaringen van geweldloze strijd. Wat gebeurde in Tunesië en Egypte was iets dat al geruime tijd in de maak was, vooral bij grassroots groepen. Een aantal van deze groepen was al lang bezig zich te organiseren, zich te trainen en, misschien het belangrijkste: allianties te bouwen tussen verschillende sociale bewegingen.

Uiteraard is er in de meeste gevallen een aanleiding of 'trigger' nodig om een opstand te doen uitbreken. Maar Mohamed Bouazizi, 26 jaar, die zelfmoord pleegde op 17 december 2010 en de Tunesische opstand deed uitbreken, was uiteraard niet de eerste Tunesiër die zelfmoord pleegde met vuur. Dus ja, je hebt iets nodig om een beweging in gang te zetten, maar dit kan niet op eender welk moment zijn. De tijd moet rijp. Dit was op veel manieren het geval in Tunesië en Egypte, waar sociale bewegingen al langere tijd de weg plaveiden. En ja, wanneer er één start, voelen vele anderen die misschien al lang in de schaduw werkten zich geïnspireerd om nu met voldoende zelfvertrouwen de straten in te nemen.

Er is veel gezegd over de invloed van Sharp's ideeën op de Egyptische beweging. Javier Gárate: “Ik ben zeker dat sommige van de organisatoren bijvoorbeeld het kleine boekje Van dictatuur tot democratie: een conceptueel kader voor bevrijding gelezen hebben. En sommigen kregen zelfs training in geweldloosheid. Dit zal misschien veel geholpen hebben in wat ik eerder beschreef als geweldloze discipline en planning, maar uiteraard was de belangrijkste drijfveer de nood om Mubarak te verdrijven en een andere samenleving te bouwen gestoeld op samenwerking tussen verschillende sectoren van de maatschappij.”

De Libische situatie is vrij complex. Zoals Stephen Zunes zegt in een artikel: “Het valt niet te ontkennen dat de NAVO een kritieke rol heeft gespeeld in het verstoren van de militaire capaciteit van het repressieve Libische regime, en dat ze enorme steun gaf aan de rebellen om Tripoli te veroveren. Maar er is weinig aandacht besteed aan de reden waarom de anti-Khadaffi rebellen onverwachts Tripoli konden binnentrekken zonder veel weerstand. Dit was blijkbaar het resultaat van massale en voornamelijk ongewapende burgeropstanden die in wijken over heel de stad waren uitgebroken. Het bleek dat grote delen van de stad al bevrijd waren tegen de tijd dat de kolonnes rebellen binnentraden en de laatste pro-regime haarden doofden.”[3]

De oorspronkelijke opstand tegen Khadaffi in februari 2011 was voornamelijk geweldloos. Opnieuw stelt Stephen Zunes: “In minder dan een week had deze ongewapende opstand de meeste steden in het oosten van het land, sommige belangrijke steden in het westen en zelfs enkele gebieden van Tripoli, ingenomen. Het was ook tijdens deze periode dat de meeste kabinetsleden hun ontslag indienden. Duizenden soldaten liepen over of weigerden op de menigte te schieten. Het was enkel toen de rebellie een gewelddadigere koers begon te varen dat de vooruitgang van de opstand dramatisch keerde, en de mogelijkheid gaf aan Khadaffi om zijn beruchte 22 Februari speech te geven waarin hij dreigde met moordpartijen in rebelse steden. Dit leidde op zijn beurt tot de deelname van de VS en haar NAVO-partners aan de oorlog.[3] We zullen nooit weten wat de uitkomst geweest zou zijn als de opstand geweldloos was gebleven. Uiteraard zou het niet gemakkelijk geweest zijn, maar Gárate denkt dat het erg waarschijnlijk is dat er minder mensen zouden gedood zijn. En dat er nu niet zo'n groot aantal wapens onder de bevolking zou verspreid zijn. Natuurlijk is het niet correct om de vergelijking te maken, maar om het maar gezegd te hebben: het aantal gedode mensen tijdens de Egyptische opstand ligt tussen 800 en 900 en de schattingen voor Libië gaan van 13 000 tot 30 000.
Het is een groot vraagteken wat er nu zal gebeuren, zowel in Egypte als in Libië.

WRI voerde de afgelopen maanden campagne rond de zaak van een Egyptische gewetensbezwaarde, Maikel Nabil. Hij werd veroordeeld tot 3 jaar opsluiting voor het beledigen van het leger, omdat hij een artikel schreef op zijn blog getiteld “We zijn van de dictator af maar niet van de dictatuur”. In Egypte is een militaire junta aan de macht. Ze controleert de meeste krachten in Egypte. De regering van de VS gaf hen in 2011 1,5 miljard dollar veiligheidshulp. Er zijn binnenkort verkiezingen, maar er is niet genoeg tijd geweest om nieuwe politieke partijen te vormen die delen van de opstandige beweging vertegenwoordigen.

Om af te sluiten enkele korte woorden over andere bewegingen
Javier Gáraté, afkomstig uit Chili, schijnt ook een licht op de huidige Chileense studentenbeweging. Deze beweging is ook hoofdzakelijk geweldloos. Uiteraard zijn er altijd wat gewelddadige confrontaties tussen politie en demonstranten, voornamelijk gestart door politieprovocatie, maar tot nu toe zijn de meeste uitdrukkingen geweldloos geweest. Zelfs als er geweld was tijdens demonstraties, trachtten studentenleiders de gewelddadige betogers te stoppen. Dit om te voorkomen in de kaart te spelen van de media die ervan houdt het geweld te tonen en op die manier de echte eisen van de beweging te negeren. De beweging is al gaande vanaf mei 2011 en gaat sterk verder. Ze zijn extreem creatief in hun tactieken en worden ondersteund door meer dan 70% van de Chileense bevolking.

Gárate: “Ik wil ook de 15M beweging uit Spanje vermelden, ook wel de beweging van de indignad@s genoemd. In één van hun teksten zeiden ze dat het thema van geweldloosheid niet nodig was om te bediscussiëren in hun meetings, aangezien het zo duidelijk was dat de beweging geweldloos moest zijn, dat dit niet eens ter discussie stond. De beweging startte met het bezetten van pleinen in de grote steden van Spanje. Ze eisen, net als de Chileense studenten, een volledige verandering van het economische model. Ze stellen dat ze aan directe democratie doen omdat men niet langer het politieke systeem kan vertrouwen. Nu zijn er niet zoveel pleinen meer bezet, maar de beweging is nog steeds zeer sterk en werkt meer gedecentraliseerd.

Uiteindelijk verwijst Gárate ook nog naar de bezetting van Wall Street die begon in september 2011 onder de slogan “wij zijn de 99%”. Dit ligt opnieuw in dezelfde trend als de Chileense studenten en de 15M die stellen: “We hebben genoeg van dit systeem dat enkel in het voordeel is van een kleine en zichzelf verrijkende elite. Het is tijd dat wij actie ondernemen en niet wachten op het politieke systeem, gezien we weten dat ze dit nooit zullen doen.”

In een recente speech van Naomi Klein aan de mensen in het protestkamp te New York, vermeldde ze hoe deze beweging in zekere zin het vervolg was van de beweging in Seattle van 1999. Die startte met hetgeen 'de beweging der bewegingen' genoemd werd en de grote toppen aanpakte waar degenen met macht de beslissingen namen voor de rest van de wereld. Ze zei dat het volgen van deze toppen betekent dat alles stopt wanneer de top eindigt. Nu is het anders aangezien ze hier zijn om te blijven, er is een vast doelwit, namelijk Wall Street en er is geen einddatum voorzien. Ze zei: Dit is verstandig, enkel wanneer je blijft kan je je wortels laten groeien. Dit is cruciaal. Het is een feit dat in het informatietijdperk teveel bewegingen ontkiemen als mooie bloemen maar snel weer afsterven. Het is omdat ze geen wortels hebben. Ze hebben geen langetermijnplannen over hoe ze zichzelf in stand zullen houden. Dus wanneer de storm komt, worden ze weggespoeld.

Ze eindigde met de woorden: Laten we deze mooie beweging behandelen alsof het de meest belangrijke zaak in de wereld is. Want dat is het. Dat is het echt!

Voetnoten
[1] WRI is een internationaal netwerk met meer dan 80 leden in 40 verschillende landen, waaronder Vredesactie vzw. Alle leden onderschrijven een verklaring van principes. Meer info zie 'War Resisters International in de linkerkollom.
[2] Stellan Vinthagen: The Sociology of Nonviolent Action: A Creative Force of Four Dimensions
[3] Stephen Zunes: Lessons and False Lessons From Libya. http://www.truth-out.org/lessons-and-false-lessons-libya/1314638843

Deze tekst is gebaseerd op de toespraak gegeven door Javier Gárate van War Resisters International voor INNATE aan de Irisch School of Ecumenics, Belfast, in oktober 2011. Vrij vertaald en bewerkt vanuit het Engels.

Programmes & Projects

Añadir nuevo comentario